Er wordt op dit moment gewerkt aan kernfusie, een andere vorm van kernenergie die vele malen schoner en efficiënter is dan de huidige kerncentrales.
Zoals je in het stuk kan lezen is het de (optimistische) planning dat er in 2050 energie kan worden opgewekt met kernfusie. Dat lijkt erg ver weg maar jullie gaan dat meemaken, met een beetje geluk mogen jullie op een bepaald moment stemmen voor een politieke partij die voorstelt om een fusiereactor in Nederland te bouwen.
Hoewel dat erg spannend lijkt is het in economische zin nog wel te ver weg om rekening mee te houden, de enige economische methodes om energie op te wekken in Nederland zijn op dit moment centrales met een fossiele brandstof, kerncentrales, windenergie en zonne-energie. Die laatste is het dichtste dat we nu bij kernfusie komen want zoals je nu weet, zonlicht wordt geproduceerd door de kernfusie in de zon.
Zonnepanelen
Zoals je weet liggen er op dit moment zonnepanelen op het dak van de school, ze zijn in 2019 geplaatst en aangesloten dus vanaf dat moment produceert de school “gratis” stroom. Gratis staat hier tussen aanhalingstekens want zoals elke econoom je kan vertellen heeft “gratis” altijd een prijs. De panelen zelf zijn niet gratis, ze moeten gemaakt worden van grondstoffen en ook de arbeidskosten zitten in de prijs verwerkt. De panelen en de elektrische installatie die erbij hoort (de omvormer) moeten onderhouden worden, wat geld kost en zowel de panelen als de installatie gaan slechts een bepaalde tijd mee.
Natuurlijk zijn er genoeg mensen en instelling die panelen plaatsen uit ethische overwegingen maar de econoom zal zich altijd afvragen of hem dit geld kost of dat hij er geld mee bespaart. De vraag is dus, is het economisch wel verstandig om zonnepanelen te plaatsen?
Kosten-baten analyse
Een eenvoudige manier om te bepalen of het economisch loont om panelen te plaatsen is het vergelijken van de kosten en baten. Je telt simpelweg alle kosten bij elkaar op en alle opbrengsten (baten), als je dan meer opbrengsten hebt dat kosten is het kennelijk een goed idee om te doen.
Opdracht:
Stel: Het plaatsen van zonnepanelen en de omvormer kost €4400 maar jaarlijks produceer je €550 aan elektriciteit. De totale levensduur is 25 jaar maar halverwege moet de omvormer worden vervangen voor €900. Elk jaar moet er €150 worden uitgegeven aan inspectie, onderhoud en reiniging. Laten we ook zeggen dat er in die 25 jaar vijf keer een elektricien voor twee uur (voor €35/uur) moet worden geroepen om storingen te verhelpen. Na de 25 jaar moeten de panelen echt vervangen, de materialen in de panelen kunnen voor 95% worden hergebruikt maar daar zijn ook kosten aan verbonden dus we gaan ervan uit dat de restwaarde na die 25 jaar nul is.
105. Bereken of je met het plaatsen van zonnepanelen winst of verlies maakt.
De terugverdientijd
Een iets betere methode voor het bepalen van de economische waarde is het berekenen van de terugverdientijd. Het plaatsen van de panelen is een flinke investering maar als je elk jaar winst maakt kan je die investering terugverdienen. Stel dat het plaatsen van de panelen en omvormer nog steeds €4400 kost maar elk jaar bespaar je €400 aan elektriciteitskosten, heb je de investering in 4400/400= 11 jaar terugverdiend. De resterende jaren die de panelen meegaan zijn dus winst! Met deze terugverdientijd kan je snel zien of het project wel de moeite waard is, als de terugverdientijd langer is dan de levensduur zal je nooit winst maken en is het dus een slecht idee.
De kosten of baten die niet elk jaar terugkomen zoals het vervangen van de omvormer (€900) en de kosten van de elektricien (€350) moeten gelijkmatig over de jaren van het hele project worden verdeeld, je hebt elk jaar dus een klein beetje minder winst. Ga uit van de gegevens van de vorige opgave, de eerste uitgave is €4400, je produceert elk jaar €550 aan elektriciteit en je geeft elk jaar €150 uit aan onderhoud.
106. Bereken de terugverdientijd van de zonnepanelen.
Verdiscontering
Een nog betere manier om te kijken of een project economisch de moeite waard is, is het verdisconteren. Deze rekenmethode maakt gebruik van een economisch beginsel:
Geld nu is meer waard dan geld later.
Als je nu geld moet investeren om over tien jaar winst te maken kan je dat geld tien jaar lang niet gebruiken om geld te verdienen. Daarnaast moet je rekening houden met het verwachte rendement, als je tien jaar lang je geld niet kan gebruiken en je krijgt slechts 2% rendement op je investering, had je het beter op een spaarrekening kunnen zetten voor een betere rente. Als laatste heeft elk project een bepaald risico; Als je geld investeert in zonnepanelen maar een jaar later brand het huis af, ben je dat geld kwijt. Je hebt natuurlijk ook geen onderhoudskosten meer dus: kosten later zijn ook minder vervelend dan kosten nu.
Laten we een klein 5-jarig projectje nemen om de berekening uit te leggen.
Dit project vereist een €1000 investering in jaar 0. In elk jaar is er €50 aan onderhoud nodig. In jaar 2 nog een investering van €250 maar in jaar 4 krijg je een uitbetaling van €3000. Je moet rekening houden met een risico van 5%.
Allereerst schrijf je per jaar de inkomende en uitgaande geldstromen op.
Om met het risico rekening te houden en het feit dat geld nu meer waard is dan geld later, wordt de netto geldstroom elk jaar 5% minder waard. In jaar 1 gaat er dus 5% af, in jaar twee gaat er twee keer 5% vanaf (wat natuurlijk geen 10% is) etc. Dit minder waard maken heet het verdisconteren. Hoe bereken je dat percentage snel en makkelijk? Je kijkt naar wat er overblijft. Als er 5% af moet dan hou je 95% over. Dit betekent dat je de netto geldstroom kan vermenigvuldigen met 0,95.
In jaar twee hou je 95% van 95% over. Je zou eerst dit percentage kunnen berekenen maar het kan makkelijker:
En je weet dat 0,95.0,95 hetzelfde is als 0,952. In jaar drie is het 0,95.0,95.0,95 dus 0,953. De algemene formule is:
Waarbij t het jaar is.
Tel nu alle verdisconteerde geldstromen bij elkaar op. Wat je nu hebt is de netto contante waarde en als die positief is, is het economisch aantrekkelijk om te doen, als deze waarde negatief is, is het een slecht idee.
De netto contante waarde van dit kleine projectje is +€991,67 dus het is economisch aantrekkelijk. Een 100% garantie is het natuurlijk niet maar die garantie is er nooit.
Opdracht:
107. Reken voor ons voorbeeld met de zonnepanelen uit of het economisch aantrekkelijk is.
De gegevens: Het plaatsen van zonnepanelen en de omvormer kost €4400 maar jaarlijks produceer je €550 aan elektriciteit. De totale levensduur is 25 jaar maar halverwege moet de omvormer worden vervangen voor €900. Elk jaar moet er €150 worden uitgegeven aan inspectie, onderhoud en reiniging. Laten we ook zeggen dat er in die 25 jaar vijf keer een elektricien voor twee uur (voor €35/uur) moet worden geroepen om storingen te verhelpen. De restwaarde na 25 jaar is nul.
Het project loopt van jaar 0 t/m jaar 24. De omvormer wordt vervangen in jaar 13 en de elektricien wordt ingeschakeld in de jaren 4, 9, 14, 19 en 24.
Als je weet hoe, mag je dit ook met MS Excel of Apple Numbers doen.