2: Het huidige model van het atoom  

De elementen

Open het eerste deel van de simulatie (atoom). Voeg protonen, neutronen en elektronen toe en haal ze weer weg net zolang tot je ziet wat het is dat bepaalt welk element een atoom is.

39. De regel: Het aantal………………………. bepaalt welk element een bepaald atoom is. 

Lading

Klik op de groene + bij “lading” zodat de simulatie je de lading van het element vertelt.

Speel even met de simulatie totdat je de volgende regels kan invullen met [evenveel, meer, minder].

40.   Een neutraal atoom (geen lading) heeft ……………………protonen als elektronen.

41.   Een positief ion (positieve lading) heeft ……………………protonen dan elektronen.

42.   Een negatief ion (negatieve lading) heeft ………………….protonen dan elektronen.

43. Dus, als je de lading van een atoom/ion wil uitrekenen doen je:……………………………

Je bent hier ook een regel tegengekomen die je eerder bij scheikunde hebt gehad: Als het atoom neutraal is heet het een atoom, als het een lading heeft heet het een………………

44. Vul de tabel eerst in, controleer daarna je antwoorden met de simulatie.

Isotopen

Zoals je hebt gezien kan je het massagetal veranderen zonder dat je het element veranderd. Atomen van hetzelfde element maar met een verschillend massagetal heten isotopen.

In het geval van waterstof hebben de isotopen eigen namen gekregen: waterstof zonder neutronen heet protium, waterstof met één neutron heet deuterium. Deze twee isotopen komen in de natuur voor maar niet in gelijke hoeveelheden; 99,9885% van al het waterstof is protium en slechts 0,0115% is deuterium.

Waterstof kan ook bestaan met twee neutronen maar dat is een synthetisch isotoop, het kan alleen in een kerncentrale of deeltjesversneller worden gemaakt. Dit isotoop heet tritium.